Commentaar bij evaluatie Wet versterking bestuur – 2
In onze nieuwbrieven zoomen we in op onderwerpen uit de evaluatie van de Wet Versterking bestuur pensioenfondsen die relevant zijn vanuit governance perspectief. In deze nieuwsbrief staat de gewenste vertegenwoordiging van risicodragers in het paritaire bestuursmodel centraal.
Vertegenwoordiging van risicodragers
Ultimo 2016 had 89% van de pensioenfondsen nog een paritair bestuursmodel. Veruit de belangrijkste overweging (54%) voor handhaving van dit model is de adequate bestuurlijke vertegenwoordiging van de risicodragers. De ondervraagden hechten aan kennis, bekendheid en betrokkenheid van bestuurders bij de achterban, zodat belanghebbenden zich tot iemand kunnen wenden die hen in het bestuur vertegenwoordigt. Ook zien zij een belangrijke meerwaarde bij moeilijke bestuursbesluiten, omdat dan via afstemming, draagvlak bij de achterban gecreëerd kan worden.
De vraag is echter hoe zich dit verhoudt tot een tweetal andere trends die in de sector zichtbaar zijn, namelijk om vanuit de toenemende kenniseisen aan bestuurders (met name vermogensbeheer en risicobeheersing) op paritaire zetels externe deskundigen te benoemen die geen directe binding met de achterban hebben. En de ontwikkeling om onafhankelijke deskundigen aan het paritaire bestuur toe te voegen. Ultimo 2016 was dit bij 36 van de circa 220 fondsen met een paritaire bestuursmodel het geval.
In het verleden hebben meerdere auteurs, zoals bijvoorbeeld prof. dr. Jaap Koelewijn in een artikel in ESB van 2016, gewezen op risico’s die de inzet van dergelijke ‘externe’ bestuurders met zich kan brengen. Deze risico’s komen voort uit het gebrek aan binding met de achterban. Hij noemde bijvoorbeeld dat “reputatie of inzichten uit de financiële markten de betrokken bestuurder meer sturen dan het belang van de achterban waardoor de risicohouding van het fonds kan afwijken van de wens van de achterban, of dat in te complexe of te dure producten wordt belegd.”
Tips voor de praktijk
Om deze risico’s te mitigeren en de meerwaarde van het paritaire model ook bij de inzet van externe bestuurders te behouden, adviseren wij besturen bij dit soort vraagstukken te zorgen voor:
– Externe bestuurders die naast inhoudsdeskundige ook gevoel hebben voor bestuurlijke en paritaire verhoudingen
– Binding tussen de externe bestuurder en de geleding die hij of zij vertegenwoordigt
– Een goede opdrachtformulering
– Voldoende countervailing power bij de andere bestuursleden
– Een zorgvuldig en evenwichtig besluitvormingsproces. Dit speelt vooral bij externe bestuurders die worden ingezet op vermogensbeheergebied. Het is van belang dat de andere bestuurders blijven monitoren in hoeverre beleggingsbesluiten aansluiten bij de beleggingsbeginselen van het fonds en hun eigen kennis
– Aandacht bij de jaarlijkse zelfevaluatie voor de inzet van externe bestuurders en de risico’s die dat met zich kan brengen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paulien Siegman en Selma Smit via info@gpss.nu.