Geschiktheidsbudget gewenst voor intern toezicht
Intern toezichthouders van pensioenfondsen moeten onafhankelijk en geschikt zijn. Volgens de nieuwe beroepscode voor interne toezichthouders in de pensioensector (VITP) moeten zij nu ook die geschiktheid onderhouden. Maar veel interne toezichthouders kennen noch een geschiktheidsplan noch een budget. Wij vinden dat dit anders moet.
Intern toezichthouders, leden van de raad van toezicht of de visitatiecommissie, moeten onafhankelijk en geschikt zijn. Dat laatste betekent dat zij onder meer diepgaande kennis moeten hebben voor het uitoefenen van hun functie. De kenniseisen zijn aanzienlijk en worden bij benoeming getoetst door DNB.
In de nieuwe beroepscode voor interne toezichthouders in de pensioensector (VITP) staat sinds kort dat de leden hun geschiktheid moeten onderhouden. Tot nog toe zien wij in de praktijk geen geschiktheidsplannen en ook een opleidingsbudget is vaak niet beschikbaar. Het intern toezicht wordt geacht geschikt te zijn en te blijven. Maar wat te doen bij nieuwe ontwikkelingen of als er een geheel nieuw aandachtsgebied ontstaat, zoals bijvoorbeeld cybercrime? Dient de intern toezichthouder deze kosten voor eigen rekening te nemen? Een serieuze training kost al gauw 20 tot 30% van de jaarvergoeding.
Wij zijn van mening dat elke raad van toezicht en visitatiecommissie een geschiktheidsplan moet hebben, waarin zij aangeeft hoe zij haar eigen geschiktheid onderhoudt. In bijzondere gevallen, bij nieuwe aandachtsgebieden bijvoorbeeld, kan het noodzakelijk zijn dat het fondsbestuur een budget beschikbaar stelt. Zodat de kosten van training niet aan een goed intern toezicht in de weg staan.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paulien Siegman en Selma Smit via info@gpss.nu.