Menu

Slager móet eigen vlees keuren binnen one tier board

One tier board

Het one tier board model kent twee verschillende soorten bestuurders: de niet-uitvoerende en de uitvoerende bestuurders. Ze hebben allen als taak om het fonds te besturen, maar de NUB-ers zijn tevens interne toezichthouders, net als de Raad van Toezicht in het paritaire model.

Praktijk

In onze praktijk zien wij dat bij veel fondsen met een one tier board het intern toezicht zich vooral concentreert op de uitvoerende bestuursleden. Bij wat deze leden doen zijn immers de NUB-ers niet (direct) betrokken. En daarom houden zij (vooral) toezicht op deze uitvoerende bestuurders. Met tevens als argument dat omdat zij als bestuur als geheel zeer zorgvuldig besluiten, het uitoefenen van toezicht op het gehele bestuur weinig toevoegt.

In diverse bestuursverslagen van de bijna 30 fondsen met dit model zien we dat ook bevestigd; de niet uitvoerende bestuurders leggen verantwoording af hoe zij toezicht hebben gehouden op de uitvoerende bestuurders, maar soms niet over de invulling van het toezicht op het bestuur als geheel.

Wet

Dit is opvallend, omdat volgens de Pensioenwet de NUB-ers toezicht houden op het bestuur als geheel. Het monitoren van de taakuitvoering door de UB-ers vloeit voort uit de delegatie van de bestuurstaken aan hen en betreft dus een bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar geen interne toezichtstaak. Naast deze wettelijke verplichting, achten wij het ook nuttig; het intern toezicht kijkt met een andere ‘bril’ naar (bestuurs)zaken dan het bestuur zelf. In de oude Principes voor goed pensioenfondsbestuur van 2005 stond bijvoorbeeld expliciet opgenomen dat het intern toezicht (onder meer) kijkt naar beleids- en bestuursprocedures en – processen en de checks en balances binnen het fonds’(principe C3).‘ Dit is een andere wijze van benaderen dan (veel) pensioenfondsbesturen doen.

Tips

Als tips voor NUB-ers die dit lastig vinden kan het volgende worden gebruikt:

  1. Bedenk hoe een raad van toezicht het intern toezicht bij het fonds zou uitoefenen. Dit helpt om de eigen rol zuiver te krijgen;
  2. Benoem een (onafhankelijk) voorzitter en/of een of meer leden van de auditcommissie die ervaring hebben met het uitoefenen van intern toezicht. Zij kunnen de NUB-ers helpen om de interne toezichtstaak op een nuttige wijze in te vullen.
  3. Kijk bij de uitvoering van het toezichtplan ook hoe vergelijkbare fondsen het betreffende thema aanpakken. Op deze wijze ontstaat een breder referentiekader.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paulien Siegman en Selma Smit via info@gpss.nu.